Door zijn lange stengels met blauw-paars bloeiende bloemen en zijn ietwat stekelige beharing van bladeren en stengels valt Gewone ossentong, Anchúsa officinális, op in de ruigten waarin ze groeit. Vooral rivierduinen en andere ruderale en verruigde plekken en kapvlakten worden graag door de soort bewoond. Insecten bezoeken de bloemen graag tijdens de bloei van mei tot in de herfst vanwege de nectar die de bloemen te bieden hebben.
Gewone ossentong is een twee- of meerjarige plant die tot een meter en soms zelfs nog wat hoger kan reiken. Tijdens de bloei die vanaf de lente de hele zomer door duurt, vallen de trompetvormige eerst rozerode maar later donker blauw tot blauwpaarse bloemen op die in de schichtvormige bloeiwijze staan. De schichten zijn aanvankelijk opgerold maar vouwen zich later uit en je ziet dan dat de bloemen zigzag gerangschikt staan, net zoals je een bliksemschicht tekent. De vijf kelkslippen zijn vrij spits en hebben geen bleke rand. De vijf kroonbladen zijn vergroeid en op de kroonbuis staan de vijf meeldraden ingeplant. Tussen deze meeldraden staan behaarde keelschubben, die de kroonbuis afsluiten. Ze helpen insecten op die wijze om op de juiste manier de bloem te bezoeken en op die manier pollen of stuifmeel over te brengen van de ene bloem naar de andere en voor de bevruchting te zorgen. Na bevruchting groeit het vierhokkig bovenstandig vruchtbeginsel uit tot een splitvrucht waaruit de nootjes -de zaden- te voorschijn komen.
De bladeren staan verspreid aan de stengel en hebben langs de stengel aflopende weinig opvallende lijsten. De borstelige beharing zorgt ervoor dat de plant ruw aanvoelt, maar ze is niet stekelig, wat de verwante Kromhals wel is.
© 2024 www.seedsseedbank.com - Powered by Shoppagina.nl